Elsan's Nust

Schapendoezen

 
 
Home
Over ons
DE SCHAPENDOES
Onze honden
Pups
Nesten
Nakomelingen
Nieuws
Dekreuen
Foto's
Gastenboek
Links
Contact

 

 

Rasbeschrijving: De Nederlandse Schapendoes is een lichtgebouwde langharige herdershond met een schouderhoogte van 40 tot 50 cm. In zijn bewegingen is hij verend en licht. Hij is een opmerkelijke springer. De Schapendoes is normaal en evenredig gebouwd.

Korte beschrijving van de rasgeschiedenis: Aan het eind 19e eeuw kwam de Nederlandse Schapendoes overal voor waar heide en schaapskudden waren. De herders waardeerden hem om zijn moeiteloos plezier waarmee hij zijn werk verrichtte en vanwege zijn intelligentie. Hij behoort tot de grote groep van langharige herdershonden met dicht behaard hoofd. De vacht beschermde tegen de doornige struiken op de hei, en natuurlijk tegen weer en wind. De Schapendoes is verwant aan de Bearded Collie, de Puli, de Owczarek Nizinny, de Bobtail, de Briard, de Bergamasco en de Duitse Schafpudel.

De kynoloog P.M.C. Toepoel is de grondlegger van het ras. Tussen 1940 en 1945 werden exemplaren van de bijna verdwenen Schapendoes overal waar Toepoel ze maar vond, gebruikt voor de fok. In 1947 was Toepoel medeoprichter van de Vereniging ‘De Nederlandse Schapendoes’. In 1952 werd het ras voorlopig erkend door de Raad van Beheer. In 1954 werd de rasstandaard vastgesteld en werd het ras opgenomen in het Nederlands Honden Stamboek. Definitieve erkenning volgde in 1971. Naast in Nederland, zijn er ook behoorlijke populaties in Duitsland en Scandinavië, met name in Zweden.

Wat zijn de belangrijkste karaktereigenschappen van het ras
: Attent, schrander, levendig, energiek, opgewekt en trouw, maar ook eigenwijs en temperamentvol.

Is het ras geschikt als gezinshond, bij (jonge) kinderen? Bij andere honden? Bij katten of andere huisdieren: Ja, maar uiteraard moet alles worden aangeleerd.

 

Staat het ras bekend als waaks ?

 Ja, het is een herdershond, zeer attent op alle veranderingen om hem heen, welke hij over het algemeen kenbaar zal maken aan zijn baas.

Kan het ras worden ingezet als gebruikshond? Of voor de hondensport: Beide. De Schapendoes is een energieke herdershond die behoefte heeft aan zowel geestelijke als lichamelijke uitdaging. De hond werkt graag, als hij met zijn baas bezig mag zijn is alles goed, welke activiteit dan ook.

Is het gemakkelijk om aan een hond van dit ras te komen? Zijn er wachtlijsten? Is er pupinfo: Het is relatief makkelijk om aan een pup te komen. De nesten van de rasverenigingen worden aangekondigd op de Verenigingswebsites. Fokkers doen dat ook zelf op hun eigen websites. Mensen kunnen zelf een fokker van hun keus benaderen. Over het algemeen zijn er bij fokkers geen hele lange wachtlijsten.

Wat is de eerste stap die mensen kunnen zetten die zoeken naar een pup: Contact opnemen met de rasverenigingen (via de websites of Facebook). Of met fokkers rechtstreeks, al dan niet via de fokkerslijst op de verenigingswebsites.

Behoeft het ras speciale (vacht)verzorging? Gaat dit gemakkelijk of is de eigenaar er veel tijd aan kwijt: De Schapendoes is een langharige herder, die niet geknipt hoort te worden. De vacht heeft een beschermende en isolerende functie. De vacht moet geborsteld worden en klitvrij gehouden. Gemiddeld volstaat een kambeurt eens per twee, drie weken van ongeveer een uur, maar vaker of juist minder vaak komt ook voor. De hond verhaart niet veel, maar neemt in de vacht wel allerlei zand en takjes mee. Dit valt er echter vanzelf weer uit. Helaas zien we steeds vaker mensen die uit gemakzucht een Schapendoes knippen of scheren, of dit doen vanwege het idee dat dit gezonder en fijner is voor de hond.

Dat vinden wij uiteraard erg jammer omdat de kenmerkende vacht in hoge mate het verschijningsbeeld van de Schapendoes bepaalt, naast het feit dat de vacht een functie heeft. De vacht hoort daarentegen niet zo overvloedig te zijn dat de hond er last van heeft.

Zijn er bepaalde dingen waar kopers alert op moeten zijn in de zoektocht naar een pup: Een fokker zoeken via de rasvereniging (via de websites of Facebook). Vervolgens bij de fokker ouderhonden bekijken, praten met de fokker, zien hoe deze met de honden omgaat en wat deze belangrijk vindt, waarom de keuze voor deze ouderdieren is gemaakt, navraag doen naar familie. Doet fokker zijn best om mee te denken welk hondje waar het beste past? Met de fokker de verwachtingen bespreken. Zoek naar goed gesocialiseerde pups, vrij en onbevangen en niet bang of terughoudend.

De 5 leukste eigenschappen van het ras en 5 aanvullende punten om rekening mee te houden: -lief, aanhankelijk -waaks -vrolijk -vachtverzorging -leert makkelijk -eigenwijs (Oost-Indisch doof) -trouw -is over het algemeen niet graag alleen -werkt graag -lichamelijke en geestelijke uitdaging nodig

Zijn er bepaalde gezondheidsrisico’s waar mensen rekening mee moeten houden: Nee, in het verleden was de oogziekte PRA een probleem, maar door verplichte DNA testen op deze ziekte voor fokdieren worden er nu geen lijders meer geboren.

Wat doet de rasvereniging aan speciale dingen om de gezondheid van het ras te behouden: Verplichte oogtesten (EVCO en gPRA). We proberen als vereniging die combinaties te stimuleren waarvan we denken dat die bijdragen aan het in stand houden van een gezond ras met het oog op diversiteit, gezondheid, karakter en vitaliteit. Heeft het ras speciale dingen nodig wat bezigheden betreft: Een Schapendoes is een actieve hond waarmee gewandeld hoort te worden en waarmee aan diverse activiteiten kan worden gedaan. De balans tussen activiteit en rust is belangrijk. Naast fysieke activiteit
heeft de Schapendoes ook mentale uitdaging nodig. Het is een hond die snel leert maar ook heel snel verveeld raakt.

De Schapendoes vertedert met zijn grote donkerbruine ogen en schattige uiterlijk. De puppies zijn hartveroverende knuffelbeertjes. Puur op een lief uiterlijk af gaan en verwachten een rustig, nietveeleisend gezelschapshondje te treffen, is echter een grote misrekening. De Schapendoes is en blijft een herdershond, die prima in staat is zelf beslissingen te nemen en tot actie over te gaan, als hem dat juist lijkt. Geďnteresseerden zonder kennis en ervaring met honden moeten zich goed realiseren dat een Schapendoes onder die knuffelvacht een pittig karakter kan herbergen. Een uitdaging voor iedere baas en zéker voor beginners. Geduld, humor, consequent zijn en uithoudingsvermogen hebben, naast de bereidheid hebben om geregeld de hond uitgebreid te borstelen/kammen, zijn vereist om een Schapendoes in huis te kunnen nemen.

 

RASSTANDAARD:

 

GEBRUIK
De Nederlandse Schapendoes is een herdershond, die gebruikt werd voor het hoeden van schaapskudden en die vandaag aan de dag nog steeds voor hetzelfde gebruikt wordt. Daar schaapsweiden gewoonlijk gelegen zijn in rustige, eenzame gebieden van het land, is het nodig dat de Schapendoes beschikt over groot uithoudingsvermogen, beweeglijkheid en snelheid. Grote springkracht is hierbij noodzakelijk, evenals de intelligentie om zelfstandig te kunnen handelen. Hij moet een herdershond zijn in karakter, lichaam en ziel.

 

INDELING
Groep 1: Herdershonden en veedrijvers (uitgezonderd de Zwitserse Sennenhonden). Sectie 1: Herdershonden. Zonder verplicht werkdiploma.

KORTE HISTORISCHE SAMENVATTING
Aan het eind van de vorige en het begin van deze eeuw kwam de Nederlandse Schapendoes overal voor waar heide en schaapskudden waren. De herders waardeerden hem voor zijn moeiteloos plezier waarmee hij zijn werk verrichtte en voor zijn intelligentie.
Hij behoort tot de grote groep van langharige herdershonden met dicht behaard hoofd. Hij is verwant aan de Bearded Collie, de Pullitzer, de Owczarek Nizinny, de Bobtail, de Briard, de Bergamasco en de Duitse Schafpudel van de variëteit die in Hessen, Odenwald en in het Nederrijn gebied voorkomt. Al deze op elkaar gelijkende honden zijn verkleinde mutaties van de Berghonden.
De kynoloog P.M.C. Toepoel is de grondlegger van dit ras. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wist hij interesse te kweken voor dit ras. Tussen 1940 en 1945 werden exemplaren van de bijna verdwenen Schapendoes overal waar hij ze maar vond, gebruikt voor de fok. De Vereniging 'De Nederlandse Schapendoes' werd in het jaar 1947 opgericht en in 1952 werd het ras voorlopig erkend door de Raad van Beheer. In 1954 werd de standaard vastgesteld en werd het ras opgenomen in het Stamboek. De definitieve erkenning volgde in 1971. Hierna wordt alleen nog maar gefokt met geregistreerde honden.

ALGEMENE VERSCHIJNING
De Nederlandse Schapendoes is een lichtgebouwde langharige hond met een schouderhoogte van 40 tot 50 cm. In zijn bewegingen is hij verend en licht. Hij is een opmerkelijke springer.

GEDRAG EN TEMPERAMENT
De Schapendoes is een normaal en evenredig gebouwde herdershond met een levendig, alert en moedig karakter. Hij is schrander en waaks. Voor zijn eigen mensen toont hij grote innigheid en trouw. Hij is vrolijk, enthousiast, vriendelijk en temperamentvol.

HOOFD
De overvloedige beharing doet het hoofd groter en vooral in schedel, breder lijken.

SCHEDEL
De schedel is bijna plat, met een matige groef en duidelijk aanwezige wenkbrauwbogen. De schedel is vrij breed in verhouding tot de lengte: de breedte is iets groter dan de afstand tussen de stop en de achterhoofdsknobbel. De stop is duidelijk aanwezig, maar niet diep.

AANGEZICHT
Neus: De neuslijn ligt iets lager dan de lijn van de schedel.
Snuit: De snuit is korter dan de afstand tussen stop en de achterhoofdsknobbel. De snuit versmalt nauwelijks, blijft diep en eindigt breed, is alleen een beetje afgerond op het eind. Van opzij gezien moet bij gesloten mond de onderkaak duidelijk zichtbaar zijn.
Tanden: Normaal ontwikkeld schaargebit.
Wangen: Sterk uitspringende jukbeenderen.
Ogen: De ogen zijn vrij groot, rond en liggen normaal in de oogkassen. Ze zijn meer voor in het hoofd dan opzij geplaatst. De kleur is bruin; zij mogen niet de indruk wekken zwart te zijn. Het oogwit mag alleen bij sterk opzij kijken zichtbaar worden. De uitdrukking is vrijmoedig, eerlijk en levendig. Vorm, kleur en uitdrukking zijn erg karakteristiek voor het ras.
Oren: Deze zijn vrij hoog aangezet, niet groot en niet vlezig. Ze hangen vrij, maar niet dicht tegen het hoofd. Ze zijn rijkelijk behaard en beweeglijk, maar mogen niet boven de schedellijn uitkomen.

HALS
Het hoofd wordt door een krachtige en droge hals hoog gedragen.

LICHAAM
De Schapendoes is iets langer dan hoog. Het skelet is licht gebouwd, buigzaam en veerkrachtig.
Ruglijn: Gewelfd over de sterk gespierde lendenen.
Borst: Diep. De ribben zijn matig tot goed gewelfd en lopen ver door naar achteren.
Onderlijn en buiklijn: Niet te sterk opgetrokken.

STAART
De staart is lang, goed behaard en bevederd. De manier waarop de hond zijn staart draagt, is kenmerkend voor dit ras. Bij rust hangt hij neer.Bij draf wordt hij vrij hoog gedragen en beweegt licht gebogen duidelijk heen en weer. Bij galop strekt hij zich waterpas. Bij het springen dient de staart onmiskenbaar tot roer. Bij aandacht is de staart soms sterk geheven. Hij mag echter nooit stijf over de rug gedragen worden.

LEDEMATEN
Voorhand: De voorbenen zijn recht en licht van bot. De voorhand moet goede hoekingen en voorborst tonen.
Voormiddenvoet: Veerkrachtig.
Achterhand:
Bekken: Goed hellend.
Spronggewricht: Matig gebogen en goed gespierd, en laag.

VOETEN
De voeten zijn tamelijk groot en veerkrachtig, ze hebben een brede ovale vorm. De tenen zijn aangesloten. De kussens zijn dik en verend met ruim haar ertussen. Hubertusklauwen zijn toegestaan.

GANGWERK
Omdat de Schapendoes bij het werk meer galoppeert dan draaft, moet het gangwerk lichtvoetig en verend zijn, zonder overbodig energieverbruik. Hij moet goed kunnen springen en snel kunnen wenden.

VACHT
Haar: De Schapendoes heeft een dichte vacht met voldoende ondervacht. De beharing is lang, minstens 7 cm op de achterhand. De haren zijn niet streng recht, maar golven iets. Uitgesproken krulhaar (kroeshaar) is niet toegestaan. De haren groeien dicht opeen, zijn dun en droog, vooral niet zijdeachtig. De vacht heeft de neiging, daar waar deze lang is, in plukjes van elkaar te gaan staan, waardoor de Schapendoes, vooral achter, een grote omvang krijgt. De Schapendoes heeft een geduchte kuif, snor en baard.
Kleur: Alle kleuren zijn toegestaan. Voorkeur gaat echter uit naar blauwgrijs tot zwart.

GROOTTE
Schofthoogte: voor reuen 43 - 50 cm voor teven 40 - 47 cm

FOUTEN
Elke afwijking van voorgaande punten dient als fout beschouwd te worden. De wijze waarop deze wordt aangerekend moet nauwkeurig worden afgemeten aan de mate waarin de fout aanwezig is.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN
Een Schapendoes die zich bang en/of vals toont in de ring wordt van plaatsing uitgesloten.

NOOT: Bij reuen dienen twee normaal ontwikkelde testikels in het scrotum te zijn ingedaald

        

 

 

 

 

2008- Miranda Nijland